ArtNotes
DREN(T)(K)ELING

DREN(T)(K)ELING

Uit de serie ‘Als het lente wordt …’

[2023-12-26]

 

Drent ben je van geboorte. Ik ben geboren in Den Haag en ben dus geen Drent. Ik woon hier al vele decennia, ik ben op verschillende manieren sterk verbonden met het dorp Dwingeloo en met haar inwoners en ik geef (met plezier) veel van mijn verdiende geld lokaal uit,. Maar Drent word ik niet.

’Ah, weer zo’n Hagenaar die hier komt rentenieren’ – zo werd ik tijdens de laatste verkiezingen in het stemlokaal ‘begroet’ door de voorzitter van het stembureau. Angst voor het vreemde, maar dat hoeft echt niet: ik voel me meer verbonden met het platteland dan met de stad. Het label ‘Drentenier’ of  ‘(stomme) Westerling’ past me niet.

Noem me daarom maar: Drenteling. Ik vind het fijn hier te wonen; ik kan het goed vinden met de mensen hier. Ik hou van de natuur en van de rust, ver weg van de stress van de stad. Ik voel me thuis in Dwingeloo en geef mijn energie ook terug aan het dorp; ik voel me opgenomen hier. Ik ben een Drenteling!

En misschien juist omdat ik geen Drent ben en zowel stad als es ken, valt me de kwetsbaarheid van de natuur erg op. En daar wil ik het even over hebben als u het niet erg vindt. Want op veel ontwikkelingen hebben wij wellicht lokaal weinig invloed, maar op deze wel.

Als tot Drenteling verworden Hagenees ken ik nog het woord ‘vebâhwe’. Dat woord wordt meestal in een andere context gebruikt dan bijvoorbeeld in ‘het land verbouwen‘. ‘Mot ik jâhw treiter lekkâh vebâhwe?‘ is geen vriendelijke vraag van een Haagse schoonheidsspecialiste of plastisch chirurg. Helaas lijkt die brute betekenis van dit werkwoord ook door te sijpelen in Drenthe. Want wat de (niet-biologische) bollenteelt onder ‘land verbouwen’ verstaat, lijkt toch wel heel veel op  ‘vebâhwe’ of ‘verragguh’. Het duidt in ieder geval niet op goed rentmeesterschap en liefde voor het boerenland.

Nog los van al het gifgebruik – daar heb ik het nu eens niet over – hoe kún je de prachtige, beschermde essen die door vele, vele generaties boeren vruchtbaar zijn gemaakt, zo verkrachten met je zware machines? Hoe kun je jezelf nog ‘boer’ noemen, als je zo weinig respect hebt voor het oude land dat je pacht? Hoe kun je jezelf ‘trotse teler‘ noemen als je zo tekeer gaat op de essen? Waar ben je dan trots op? Hoe kunnen de pachters nog rustig slapen als ze zien hoe hun landbouwgrond toegetakeld worden? Voor een bloembol! Waarom zeggen de echte boeren die met recht trots kunnen zijn, hier zelf niets van en laten ze de telers tekeer gaan?

DE BESCHERMDE ESSEN WORDEN VERKRACHT en iedereen houdt zijn mond. Wie beschermt die essen dan?
Mag de vruchtbare grond na eeuwen met respect behandeld te zijn, nu zomaar door zware machines worden toegetakeld, geschraapt, aangestampt? Ze zijn zelfs trots op hun ‘monsters’.

De gevolgen zijn nu  – ik schrijf eind december 2023* – overal te zien. Alles staat onder water na een periode van veel regen. Het grasland eromheen kan het nog absorberen, de bollenvelden niet, daarop zijn giftige meren ontstaan en alles stroomt over. En de schade aan velden en wegen – die is voor u en mij, de belastingbetalers en omwonenden. Niet voor de telers, die pakken hun winst, trots op hun hebzucht.

Als dit zo doorgaat, worden we allemaal drenkeling.

Waarom protesteren de echte boeren niet tegen deze verkrachting van ‘hun erfgoed’?
Angst kan zomaar een factor zijn. Tegenstanders van de giftige bollenteelt worden bedreigd en het blijft blijkbaar niet bij woorden. Kerstnacht 2023: “Aanslag op auto tegenstanders lelieteelt in Boterveen. Vuurwerkbom verandert auto van Hans en Inge in een schroothoop.” (Dagblad van het Noorden, 26-12-2023). 

Ach, de Aarde zal het tij keren.

 

  • En maanden later nog steeds.

Zo ziet een bollenveld er dus uit na regen… de omringende grasvelden zijn gewoon groen.

Zelfs de plastic troep laten ze liggen. Respect voor de boeren … maar niet voor deze telers.